Klachten over ongewenste intimiteiten niet serieus genomen
20 juli 2021Een kok die zich voortdurend schuldig maakt aan allerlei ongewenste intimiteiten en seksueel getinte opmerkingen. Een jonge werkneemster die uiteindelijk ziek thuis komt te zitten. De werkgever wordt veroordeeld tot het vergoeden van de geleden schade.
Een 15-jaar jonge vrouw gaat in oktober 2013 aan het werk als derde assistent horeca in het restaurant van een Stichting die een schouwburg exploiteert. Na verhuizing naar een groter pand in oktober 2015 wordt meer personeel aangenomen, waaronder een kok. Die maakt zich voortdurend schuldig aan allerlei ongewenste intimiteiten en seksueel getinte opmerkingen. Een collega heeft dezelfde ervaringen en beiden melden dit aan de manager. De kok is hierover ‘not amused’.
Schriftelijk waarschuwing lijkt niet te helpen
De werkneemster meldt in november 2016 opnieuw dat zij lastig wordt gevallen en heel bang is voor de bijna 20 jaar oudere kok. De manager adviseert haar om thuis te blijven. Na onderzoek krijgt de kok een schriftelijke waarschuwing, maar dat blijkt niet veel te helpen. De werkneemster krijgt in november 2020 te kampen met angstpsychoses, nachtmerries, depressieve en suïcidale klachten. Zij is ziek gemeld en na doorverwijzing volgt een lang traject met onder meer traumatherapie. De werkneemster neemt, om haar gezondheid niet verder te schaden en zich op herstel te richten, 31 maart 2017 ontslag. Een verzoek tot schadevergoeding wordt door de kantonrechter afgewezen, omdat niet eenduidig vaststaat dat de gezondheidsklachten veroorzaakt zijn door de gestelde voorvallen op de werkvloer.
Zorgplicht strekt zich ook uit het voorkómen van psychische schade
In hoger beroep stelt het hof dat de zorgplicht van artikel 7:658 BW zich ook uitstrekt over het voorkómen van psychische schade. De werkgever meent dat de schade niet is veroorzaakt door de werkzaamheden. Omdat de angstpsychose zich pas twee dagen na het laatste contact met de kok heeft geopenbaard. Maar uit de verklaringen van de behandelend artsen, psychologen en de psychiater blijkt zonder meer dat werkneemster schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden.
Een RI&E en een plan van aanpak ontbraken in 2016. Daarmee heeft de werkgever niet voldaan aan – wat het hof noemt – zijn formele zorgplicht op grond van de Arbowet (artikelen 3 en 5). Met betrekking tot de materiele zorgplicht rekent het hof de werkgever aan dat er, ondanks heel feitelijke klachten over seksuele intimidatie van tenminste drie jonge werkneemsters, niet is gehandeld volgens de sinds februari 2017 aanwezige klachtenregeling en afdoende onderzoek werd nagelaten. Toen binnen zeven maanden opnieuw klachten over seksuele intimidatie werden geuit, was adequaat onderzoek op zijn plaats geweest. ‘Diepgaand onderzoek’ van een dag volstaat in dat kader allerminst. De werkgever heeft daarmee ook zijn materiele zorgplicht geschonden. De werkgever is aansprakelijk voor de door de werkneemster geleden schade. De omvang zal later worden vastgesteld.
Gerechtshof Amsterdam, 16 maart 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:755