Logo

"Jij kijkt door een witte bril" - Marcel van Oss

"Jij kijkt door een witte bril" - Marcel van Oss

1 maart 2022

Ben jij toegerust voor diversiteit en inclusie?

“Je spreekt met een geprivilegieerde witte hetero man” zegt Nik wat grappend als hij me consulteert in zijn functie van vertrouwenspersoon. Hij vervolgt: “Het gaat om Jane, een zwarte vrouw met Surinaamse roots. Zij kwam als melder bij me.”

Geweld tegen een zwarte vrouw

Jane vertelde: “Het was een ongekende scene tijdens de vergadering. De directeur die de vergadering leidde is minutenlang tegen mij uitgevallen.

We werken hier met diverse culturen. Het thema inclusie stond op de agenda. We zaten juist op dat moment in een discussie over het gebruik van de woorden ‘wit’ of ‘blank’ versus zwart. Ik intervenieerde in het gesprek en vroeg de aandacht van de directeur omdat nu net op dat moment de collega naast mij weer iets denigrerends had gezegd, wat me raakte. De directeur vond dat ik moest wachten en ontnam mij het woord. Ik bleef hem onderbreken. Ik vond het op dat moment net te belangrijk om het te laten passeren omdat de uitsluiting in het hier en nu plaatsvond. Dus ik bleef volhouden. De directeur werd kwaad en zei dat ik constant door hem heen praatte zonder toestemming en dat het tijd werd dat ik leerde dat dat niet kan. ‘Zo doen wij dat hier niet’. Dat ik mijn plaats moest kennen.

Ik wil op zijn minst excuses van de directeur en ik overweeg een klacht in te dienen. De directeur dient mij te beschermen in plaats van mij de les te lezen. Voor mij is dit meer dan een incident, het is geweld tegen een zwarte vrouw. Ik moet wel vaker kleine en grote vormen van agressie ondergaan. Iemand naast me kan zomaar dingen zeggen, waar ik me heel ongemakkelijk bij voel. De directeur laat het gebeuren. Ik voel me onveilig in dit bedrijf waar racisme, islamfobie en seksisme welig tieren. Iedereen kijkt hier door een witte bril. Ze hebben me binnengehaald om als bedrijf te pronken met diversiteit en inclusie maar feitelijk vragen ze van mij assimilatie.”

Witte woede

Nik vroeg Jane welke opmerking haar collega had gemaakt. Dat vond Jane niet relevant, daar wilde ze nu geen discussie over. Nik wilde weten of Jane het gedrag van de directeur als ongevoeligheid of geweld ervaarde. Jane zei: “ik ervaar het als geweld. De boosheid van de directeur was klassieke ‘witte woede’. Ja ik weet dat witte mensen deze term vervelend vinden. Het is dat je geen weerwoord hebt en dan maar zegt: wat ben jij onbeschaafd, wat ben jij onbeschaamd, wat ben jij irritant.

En dan zo’n uitspraak ‘Zo doen wij dat hier niet’, dat is regelrecht ‘othering’. Je wordt tot ‘de ander’ gemaakt. ‘Wij doen het hier zo en jij denkt speciale rechten te hebben. Jij denkt dat je heel wat bent’.

De directeur is racistisch. Het is een witte man en hij kijkt door een witte bril. Hij weet als witte man wat beschaving is en ik mag hem als zwarte vrouw niet tegenspreken. Er is hier sinds de slavernij nog weinig wezenlijk veranderd.”

Nik vertelt mij dat hij erg zijn best moest doen om kalm te blijven, zichzelf heel erg een witte man ging voelen, aan zijn frustratie- en tolerantiegrens kwam en veel moeite moest doen om uit een oordeel te blijven. Nik betwijfelde of hem dat was gelukt.

Kakelend kippenhok

Nik vervolgt: “Ik zat ook bij de vergadering. Ik zag geen ‘witte woede’ maar een woede van alle tijden en van alle kleuren, ik zag de woede van een tureluurs geworden directeur die vergeefs probeert de orde te handhaven in het kakelend kippenhok. Het gedrag van de directeur verdiende wellicht geen schoonheidsprijs qua leiderschap, maar was wel invoelbaar.

Ik voelde mezelf in het opvanggesprek al snel enigszins op examen. Elke foute knipper met mijn ogen wordt opgemerkt. Ik ging reageren vanuit de angst om zelf beschuldigd te worden van racisme. Daarnaast ervaar ik op zo’n moment dat de rol als vertrouwenspersoon voor mij beperkend is, omdat ik vind dat de melder er baat bij zou hebben om naar haar eigen rol te kijken. Ze trekt wel erg makkelijk de racisme-kaart.”

“Ik heb een afkeer van slachtofferschap. Discriminatie bestaat zonder meer, vaak genoeg gezien. Maar wordt een Surinaamse gediscrimineerd als haar het woord niet wordt gegeven? Wordt een Marokkaan echt elke week staande gehouden? Dat denk ik niet. En ik denk niet dat elke Hollander wanneer die boos naar iemand kijkt, iemand daarmee ook discrimineert. Wellicht heeft hij net een belastingaanslag gekregen of ruzie met zijn vrouw. Betrek het niet meteen op jezelf.”

De juiste man?

Nik valt even stil. Hij vervolgt… “Voor het eerst vraag ik me af of ik als witte man wel de juiste persoon ben als vertrouwenspersoon voor deze zwarte vrouw. Kijk ik niet teveel door een witte bril? Wij hebben in onze organisatie acht vertrouwenspersonen en daarbij hebben we altijd gekeken naar diversiteit, maar dat ging dan met name over de man-vrouw-verhouding. Moeten we bij de aanstelling van vertrouwenspersonen ook niet kijken naar andere vormen van diversiteit?”

Mijn kijk

De vraag stellen is de vraag beantwoorden. Wellicht zou Jane zich door een zwarte vrouwelijke vertrouwenspersoon meer gezien en meer gehoord voelen. Zou ze zich veiliger voelen en minder het idee hebben dat ze dingen uit moet leggen, zich moet verdedigen en wellicht op haar hoede moet zijn voor de witte man als vertrouwenspersoon, die kijkt door een witte bril. Soms ontstaat er met een zwarte vrouw als vertrouwenspersoon voor de melder ook makkelijker de veiligheid en de ruimte om ook even stil te staan bij de eigen rol in de situatie.

Aan de andere kant is er het risico van segregatie wanneer je voor iedere doelgroep een eigen vertrouwenspersoon aanstelt. De waarde van een divers samengesteld team van vertrouwenspersonen zit eerder in de intervisie en daarbinnen de complementariteit van de verschillende kwaliteiten en het openstaan voor het leren van en met elkaar. Zo kan diversiteit leiden tot meerwaarde.

Ben jij toegerust voor diversiteit en inclusie?

Ben je als vertrouwenspersoon toegerust om open te staan voor diversiteit en inclusie? Wat zijn jouw persoonlijke en sociale overtuigingen? Welke door jezelf geconstrueerde overtuigingen worden hier bevestigd? Kun je in deze situatie met Jane open en onderzoekend blijven? Lukt het om voorbij het oordeel over ‘de racistische kaart trekken’ te komen? Lukt het om je oordeel te herkennen, erkennen en te parkeren? Wat wordt er door Jane gezegd? Waar komt dat vandaan? Waar zit de pijn? Wat ervaart zij in de organisatie? Wat zijn überhaupt haar ervaringen? Wil je echt inzicht krijgen in wat er in haar omgaat? Daadwerkelijk empathisch luisteren is hier de sleutel. Help de melder mee om te ontwarren wat het probleem is.

Dat wil niet zeggen dat je eventueel activisme hoeft te omarmen. Ik realiseer me dat ik in het woord activisme een eigen oordeel formuleer over hetgeen ik waarneem. Dat staat op gespannen voet met hetgeen ik vraag van de vertrouwenspersoon, namelijk open en onderzoekend zijn met als doel de ervaringen van de meldster te ontwarren en tot de kern te komen.

Ik wil mezelf, Nik en ieder van jullie als vertrouwenspersoon de vraag stellen: hoe zit het met jouw kijk op het thema diversiteit en inclusie? Kun jij een goede vertrouwenspersoon zijn voor Jane?
De ‘eigen rol van de melder’ op tafel brengen is sowieso een delicaat en kwetsbaar terrein waarbij je als vertrouwenspersoon makkelijk het risico loopt buiten de kaders van je functie te treden. Er mag geen veroordeling in liggen of door de melder in ervaren worden. Je witte bril kan dit nog lastiger maken. Ben jij als vertrouwenspersoon toegerust voor oneindige diversiteiten?

Hartelijke groet,
Marcel van Oss
Directeur/ trainer
VAN OSS & PARTNERS | OPLEIDING VERTROUWENSPERSOON
www.opleidingvertrouwenspersoon.nl

Stuur eventuele reactie naar Marcel van Oss: info@trainingvanoss.n

Cartoon Marcel van Oss.jpeg