Moreel gedrag staat niet op zichzelf
18 september 2023Meer inzicht is nodig om het politieke ambt te begrijpen en te zien waar mogelijkheden liggen om collectief moreel vakmanschap te versterken.
Leonie Heres is bijzonder hoogleraar integriteit van het lokaal bestuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze week houdt zij haar oratie. Binnenlands bestuur sprak met haar over hoe lastig het is om integriteit in het openbaar bestuur te verankeren, en wat in de huidige aanpak mist.
Integriteitskwesties in het openbaar bestuur doen afbreuk aan het vertrouwen van burgers in de overheid. Daarom is veel geïnvesteerd in maatregelen en beleid om de integriteit van het openbaar bestuur beter te verankeren, maar dit blijkt lastig. Zeker in de politiek-bestuurlijke context blijft het zoeken naar een goede manier om met integriteit en integriteitsschendingen om te gaan.
Een beetje raar is het wel: bijna twee jaar na je benoeming als bijzonder hoogleraar Integriteit van het lokaal bestuur aan de Erasmus Universiteit je oratie houden. Maar er kwam uitstel door corona en Leonie Heres is nu pas aan de beurt. Op 15 september spreekt ze de oratie uit. Titel: ‘Collectief moreel vakmanschap’, want daar moeten we naartoe. Heres spreekt vóór haar oratie met Binnenlands Bestuur over waarom we zoekende zijn in de omgang met integriteit en wat de huidige aanpak mist. De inhoud van dit interview is daarmee ook onderdeel van de oratie.
Hoe kwam u tot het thema ‘collectief moreel vakmanschap’?
‘Bij integriteit van het openbaar bestuur gaat het vaak over waar het misgaat en over richtlijnen en kaders. Dat is voor bestuurders en ambtenaren niet motiverend, want je hoort vooral wat het niet moet zijn. Maar wat moet integriteit wél zijn? Waar streven we naar? En hoe komen we daar? Collectief moreel vakmanschap betekent dat je wilt dat het openbaar bestuur als collectief hoge ethische normen nastreeft en men zichzelf doorontwikkelt om integriteit te bevorderen. En goed kijkt welke kwaliteiten nodig zijn om daar invulling aan te geven. Ik bepleit dat integriteit niet iets is wat je individueel doet. Veel gedrag ontstaat in samenwerking, overleg, discussie en debat. Integriteit komt tot stand in en door gezamenlijk handelen. Daar moeten we aandacht voor hebben.’
Wat maakt het zo lastig om integriteit in het openbaar bestuur te verankeren?
‘Vooral bij bestuurlijke integriteit stappen we er soms te gemakkelijk overheen dat er andere verhoudingen zijn dan in een werkgever-werknemerrelatie. De raadsvoorzitter is bijvoorbeeld niet de baas van de raadsleden. De hiërarchie is anders. Het kan lastig zijn om op te treden, want het zijn gekozen volksvertegenwoordigers en door de raad aangestelde bestuurders. Maar we verwachten wel dat wordt opgetreden. Ook op andere manieren sluiten verwachtingen, gedrag en structuren nog niet goed op elkaar aan. Burgers zijn vaak verbaasd en verontwaardigd over wat er gebeurt. Dat heeft te maken met de aard van het ambt. Meer inzicht is nodig om dat beter te begrijpen en te zien waar mogelijkheden liggen om collectief moreel vakmanschap te versterken.’
Hoe komen we tot collectief moreel vakmanschap?
‘Je hebt juist elkaar nodig om blinde vlekken te herkennen en daarmee om te gaan. Leer om je oordeel uit te stellen. Laat je uitdagen om niet terug te vallen in automatismen. Zet de pauzeknop aan: klopt dit wel? Bedenk hoe je interacties en rollen inricht en bespreek wederzijdse verwachtingen op ingebouwde momenten. En ontwikkel morele vaardigheden. In algemene zin: je bént niet integer, maar je moreel bewustzijn kan wel beter of slechter worden. Mensen in machtsposities zien sommige dingen beter en andere dingen juist minder goed. Integer handelen is geen stabiel gegeven. Het heeft steeds aandacht nodig. Vandaar het woord vakmanschap.’
Worstelingen met integriteit
Politieke ambtsdragers zijn zoekende in hun omgang met integriteit, constateert Heres. ‘Het is een omgeving waar het afbreukrisico groot is. Dat leidt tot worstelingen.’ Ze noemt als voorbeeld de interim-gemeentesecretaris van Castricum die zijn eigen bedrijf via een enkelvoudige onderhandse aanbesteding opdracht gaf om een nieuwe gemeentesecretaris te zoeken, zijn eigen opvolger. Op basis van extern onderzoek concludeerde de burgemeester dat de constructie juridisch correct en moreel uitlegbaar was. Het leek haar wel beter als de opdracht via een meervoudige aanbesteding was gegund. De oppositie vond de opdracht moreel laakbaar. ‘Dat is een goed voorbeeld: is dit een integriteitsschending of integritisme? Daar kun je verschillend naar kijken. Bestuurders zijn ook gefrustreerd dat overal integriteit bij wordt gehaald. Het is dus goed om het erover te hebben. Wanneer maak je melding van iets? Wanneer ben je tevreden met de uitkomst van een onderzoek?’