De waarheid over integriteit
7 december 2020Geen industrie
In de week van de integriteit 2020 moet het er maar eens uit: veel mensen en organisaties houden zich bezig met integriteit terwijl zij er onvoldoende verstand van hebben en nog erger: het tot hun taak rekenen om integriteitskwesties niet op te lossen, maar te ‘managen’. Dit noem ik in navolging van anderen die dit ook zien de ‘integriteitsindustrie’. Zij houden dure symposia, organiseren voor veel geld leergangen van een paar dagen met mooie afkortingen en vergeten daarbij te vertellen dat integriteit niet iets is dat je in hooguit een week leert.
Van certificaten en afkortingen
De deelnemers presenteren zich vervolgens als deskundige en pronken met de afkorting als zou het een volwaardige, met een examen afgesloten, gedegen opleiding zijn. Zij maken van ethiek een platgeslagen model, bij voorkeur met ‘afvinklijst’ – “wij hebben deze protocollen of dit systeem, wij hebben een dilemmadagje (in een duur hotel in de bossen) gehad, dus wij zijn integer” – dat wordt vermarkt. Integriteit wordt aldus een product, dat zeker in deze tijd erg aantrekkelijk is. Het is volgens de verkopers van deze gebakken lucht immers niet moeilijk om een integere organisatie te hebben.
Echter, dat is het wel. Altijd. En dat zal ook altijd zo blijven. Integer zijn is moeilijk en omgaan met (meldingen van) integriteitsproblemen is een wespennest. Het is dus geen hoerawoord, waar iedereen in abstracto voor is, maar als het dichtbij komt en moeilijk wordt samen met de waarheid als eerste sneuvelt. Integriteit is namelijk niet leuk, niet iets ‘dat je er wel even bij doet’, geen interessant onderwerp voor borrels, maar pijnlijk, weerbarstig en als je niet oppast, schadelijk.
Het grote tapijt
Ik heb genoeg met mensen uit de industrie gesproken om te weten dat zij ofwel uitgaan van een niet op enige wetenschap gebaseerd idee dat ‘we allemaal goede mensen zijn’, die dus ook wel geneigd zijn tot alle goeds. Alleen moeten ze daarbij wat hulp krijgen omdat ze het goede in zichzelf nog niet hebben ontdekt of blootstaan aan verkeerde verleidingen. Schendingen vergoeilijken, ook als dat niet gepast is, is dan de norm. Persoonlijke groei leidt niet automatisch tot meer integer gedrag.
Ofwel zij noemen iets pas een integriteitskwestie noemen als het het imago van de organisatie kan aantasten – met de onderliggende boodschap dat het probleem dus vooral moet verdwijnen. Is er een integriteitskwestie waar niemand nog iets van weet, dan moet het vooral zo blijven, want dan is het ook geen probleem. Het is helemaal niet moeilijk om een integriteitskwestie dusdanig te reframen tot ‘arbeidsgeschil’, en dan kan de olifant in de kamer blijven, terwijl de aandrager van het probleem moet vertrekken.
Gevolg in beide situaties: problemen worden niet opgelost omdat ze niet worden gezien, niet begrepen of zelfs onder het spreekwoordelijke tapijt worden geveegd.
Geen deskundig feitenonderzoek
In beide gevallen speelt gedegen feitenonderzoek niet of nauwelijks een rol. Er worden advocatenkantoren ingehuurd om dit onderzoek te doen. Echter: advocaten zijn geen (feiten)onderzoekers – noch de rechtenopleiding, noch de opleiding advocatuur heeft hiervoor aandacht – en zij zijn bovendien wettelijk verplicht tot partijdigheid. De consultants uit de integriteitsindustrie zijn hier ook niet altijd in thuis.
Er is nogal wat voor nodig om een onderzoek – van opdrachtformulering, borging van deskundigheid, zorgvuldig uitwerken en uitvoeren van een onderzoeksprotocol, gedegen en deskundige interviews, bronnenonderzoek, bescherming van betrokkenen, verificatie en falsifiëring tot gedegen, neutrale rapportage – tot een goed einde te brengen.
In een aantal second opinion opdrachten heb ik ware foutenfestivals aangetroffen, van het niet begrijpen van de toepasselijke wettelijke regels tot het voeren van gesprekjes in plaats van zorgvuldig interviewen, tot het ronduit opschrijven wat de opdrachtgever wil.
Integriteit is complex
Wat integriteit dan wel is, vergt een boekenkast aan literatuur op zich. In elk geval is het een begrip dat in de ethiek (de filosofie van de moraal) veel wordt gebruikt en dat ook in juridische bronnen opduikt, bijvoorbeeld in (wettelijk verplichte) gedragscodes, waarin integriteit soms dreigt te worden gereduceerd tot regels – zoals hierboven deze wordt gereduceerd tot een model of checklist. Dat is voor integriteit niet genoeg. Integriteit is ook geen zwart-witbegrip: een ‘beetje integer’ bestaat wel: dat is namelijk iedereen in die zin dat niemand altijd honderd procent integer is. De mens heeft nu eenmaal bias, belangen, impulsen en minder fraaie eigenschappen.
Zoals Remmé het uitdrukt: integriteit is wellicht geen eigenschap, maar een voortdurende uitdaging:
“There is an alternative to seeing integrity as a characteristic, such as “honesty”, and that alternative way of looking is to see it as a struggle: dealing with a wicked problem. Then we can see that it is a competence; not a characteristic, but an ability to perform an activity to the best of ones ability.”
Een mooie beschrijving, of die nu aan C.S. Lewis of Thomas à Kempis wordt toegeschreven vind ik deze:
Integriteit is het goede doen, ook als niemand kijkt.
Want dat is de kern: de intrinsieke motivatie. Ook als niemand kijkt, proberen volgens morele normen te handelen. Anders dan integriteit te zien als het naleven van regels om sancties of afkeuring te voorkomen of juist beloond of geprezen te worden.
Waarheidsgetrouwheid en integriteit
Kort benoem ik waarmee het met integriteit – binnen en buiten de juridische wereld – het vaakst mis gaat: de waarheid. Zowel aandrager, beklaagde, werkgever als andere betrokkenen hebben hiervan hun eigen versie. Dat betekent niet dat er niet zoiets bestaat als waarheid, in de vorm van vaststaande feiten en evidenties. En daar moet het bij integriteit wel om gaan. Belangrijke zaken verzwijgen, liegen, draaien, fouten verhullen, fouten niet erkennen, schade niet voorkomen door verzwijgen – het komt veel voor, in de juridische wereld en daarbuiten. Laten we daar eens mee beginnen, in deze week van de integriteit. Daarmee komen we dichter bij de kern.